Lees hieronder de bijdrage van Wakker Emmen in de gezamenlijke commissievergadering van 5 februari jongstleden over het nieuwe meerjarenbeleidskader voor het participatiebeleid.

Voorzitter,

In de inleiding van dit meerjarenbeleidskader participatiebeleid wordt het al vermeld; het moet anders! Het voorliggende document is ambitieus en positief over de toekomstige resultaten. Wakker Emmen is positief over de wijze waarop dit beleidskader is opgesteld maar Wakker Emmen is minder positief over de haalbaarheid van de doelstellingen.

De realiteit van vandaag de dag laat zien dat personen die voldoende opgeleid zijn, zonder afstand tot de arbeidsmarkt het al moeilijk genoeg hebben om werk te vinden op het moment dat ze werkzoekend worden. Deze groep werkzoekenden die voldoende opgeleid zijn groeit al jaren. Dit zijn dus geen jongeren, ex-gedetineerden, veelplegers, 50- plussers of dak- en thuislozen. Als deze eerst genoemde groep dus al geen werk kan vinden hoe moeten laatst genoemde groepen dan aan de bak komen? Het beleidskader geeft aan dat er onder andere ingezet gaat worden op scholing en het opdoen van werkervaring. Met andere woorden; de groep voldoende opgeleiden met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt die nu al geen werk kan vinden wordt vergroot.

Er is dus maar een oplossing en dat is meer werk. Dan valt ons het statement op bij kader 3; het bedrijfsleven is primair verantwoordelijk voor het creëren van meer bedrijvigheid, Wakker Emmen deelt dit uitgangspunt niet. Immers het bedrijfsleven heeft als oogmerk winst en niet het zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen, de recente bekendmaking van het sluiten van Phillips Lighting  maakt het verder aanvoeren van voorbeelden overbodig. Overheden moeten dus zorgen voor een ondernemersklimaat waarin bedrijven uit willen breiden en dan zal voor zowel de bedrijven als voor de overheden de doelstellingen haalbaarder worden. De verantwoordelijkheid van meer bedrijvigheid ligt dus niet primair bij het bedrijfsleven maar is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Dan enkele concrete vragen:
– De participatiewet geeft ruimte om aan sommige groepen/personen geen tegenprestatie op te leggen; hoe gaat dit bepaald worden, zijn er al criteria vastgesteld of hangt het af van hoe elke verschillende ambtenaar een specifieke situatie beoordeeld.

– De bepaling van de loonwaarde van iemand is al eerder ter sprake gekomen hier in deze raadszaal, kan de wethouder inmiddels duidelijker aangeven hoe de loonwaarde bepaald gaat worden en of werkgevers, die belang hebben bij een zo laag mogelijke loonwaarde, hier invloed op hebben.

– Wat ons erg verontrust is de passage over de verhuisverplichting. In deze periode waarin je zelfs met een contract voor onbepaalde tijd nergens zeker van bent kunnen wij ons niet een situatie voorstellen waarin ergens een baan op iemand wacht die zoveel garanties geeft dat de verhuiskosten en verhuisongemakken daar voor moeten worden genomen. Kan een verhuisverplichting ook gelden voor gezinnen met schoolgaande kinderen en kan de wethouder een praktijkvoorbeeld geven van een situatie waarin verplicht verhuizen genoeg garanties geeft.

– De groep die door de nieuwe participatiewet op wat voor manier dan ook geactiveerd wordt zal mogelijk kosten maken om te re- integreren, om te scholen, een tegenprestatie te leveren etc. De wethouder heeft al eerder aangegeven dat daar geen extra budgeten of vergoedingen voor zijn, men kan hoogstens een beroep doen op de bijzondere bijstand. Wij willen toch nogmaals aandacht vragen voor dit probleem en roepen de wethouder op strak te monitoren dat er geen excessen gaan ontstaan. De doelgroep moet namelijk al van het minimum rondkomen en het kan dan niet zo zijn dat ze vervolgens vele euro’s uit moeten geven om hun bijstand te blijven behouden, zelfs niet als de vleespotten van Egypte leeg zijn, het zou dan namelijk kunnen gaan betekenen dat welwillenden onder het bestaansminimum terecht gaan komen.

Tot slot in onze eerste termijn nog 2 opmerkingen:
– Er wordt aangegeven dat er ingezet gaat worden op reshoring, de resultaten daarvan schatten wij in ieder geval voor de korte termijn laag in, het doel is daarom wel goed. Waar wij veel meer vertrouwen in hebben en ook enthousiast over zijn is het inzetten om arbeidsmigranten in de tuinbouwsector te vervangen door lokale werkzoekenden, het zou  namelijk niet zo moeten zijn dat we duizenden werkzoekenden hebben in onze gemeente en tegelijkertijd duizenden arbeidsmigranten waar dus wel werk voor is.

– De opmerking dat, wie voordeel wil hebben van loonkostensubsidie heeft ook de verplichting om een langdurig dienstverband beschikbaar te hebben, vinden wij een belangrijke passage, zo wordt voorkomen dat werkgevers alleen gebruik gaan maken van tijdelijk goedkopere krachten zonder de intentie te hebben mensen echt aan een baan te helpen. Wij vragen ons wel af hoe dit zich verhoudt met betrekking tot de komst van het sociale uitzendbureau, geeft dit uitzendbureau dan baangaranties en spreken we niet van oneerlijke concurrentie ten opzichte van de huidige uitzendbureaus, je zou wellicht ook hier van verdringen kunnen spreken een gevaar dat vanwege de nieuwe participatiewet uit vele hoeken komt en waar Wakker Emmen het college vraagt onophoudelijk aandacht voor te hebben.

Terug naar: Nieuws / Sociale zaken