VNG wil pas op plaats provincies rond windmolens
Het originele artikel verscheen bij Binnenlands Bestuur op 11 november jongstleden.
De VNG vindt dat gemeenten veel meer zeggenschap moeten krijgen over de komst van windmolens op hun grondgebied. Nu wordt dat nog teveel bepaald door de provincies, stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Gemeenten moeten autonoom kunnen kiezen hoe zij een bijdrage leveren aan de energietransitie: met windmolens, zonnevelden, aardwarmte of anderszins.
Kritiek van raadsleden
Dat laat de VNG weten in reactie op kritiek van een groep raadsleden uit het noorden van het land. De groep voert strijd tegen grote windparken die het rijk hun gemeenten middels de rijkscoördinatieregeling oplegt en voelt zich daarbij niet gesteund door de VNG. Vrijdag overhandigden de raadsleden het VNG-bestuur een verklaring, waarin ze stellen dat de vereniging moet opkomen voor de lokale democratie. Die wordt volgens hen geschonden door de rijkscoördinatieregeling waarmee minister Henk Kamp (Economische Zaken) en provincies gemeenten kunnen dwingen om windparken toe te staan, zoals in Veendam, Emmen en de Drentse Veenkoloniën.
Averechts
Die dwang is nodig om ervoor te zorgen dat de provincies hun taakstelling van gezamenlijk 6000 megawatt (mw) windenergie op land halen, volgens Kamp. Maar het Emmense raadslid Henk Linnemann (fractie Wakker Emmen), een van de opstellers van de verklaring, is ervan overtuigd dat het averechts werkt. ‘Op deze manier krijgt Kamp steeds meer gemeenten tegen zich en zal hij zijn doelstelling juist niet halen.’ De strijdt in het Noorden verhardt, bleek vorige week. Twee gemeenten dagen de Staat voor de civiele rechter om een windmolenbesluit; bewoners stapten naar de Nationale Ombudsman. Ze vinden dat Kamp gemeenten onterecht buitenspel zet met de rijkscoördinatieregeling. Daarover trekken nu ook de raadsleden aan de bel bij de VNG.
Eigen keuzes maken
De vereniging heeft nog niet formeel gereageerd op de verklaring van de raadsleden. Maar desgevraagd laat de VNG weten dat gemeenten eigen keuzes moeten kunnen maken over de energietransitie. De discussie over energie zou op lokaal/regionaal niveau integraal moeten worden gevoerd, dus met alle betrokken partijen (gemeente, corporaties, netbeheerder, investeerders, bewoners), vindt de VNG. De regio kan dan ook zelf kijken waar draagvlak voor is; de keuze voor windenergie moet niet van bovenaf worden opgelegd.
Energieakkoord
Het Energieteam van de VNG onderzoekt op dit moment samen met medeoverheden hoe dat beter kan worden georganiseerd, meldt woordvoerster Esther Verhoeff. De VNG is niet van plan om daarvoor het bestaande Energieakkoord open te breken. ‘Maar we sorteren wel voor op na 2020: dan willen we nieuwe afspraken waarin meer ruimte is voor gemeenten om lokaal maatwerk te leveren.’ Die mogelijkheid wordt nu in de weg gestaan door de afspraak tussen rijk en provincies over de verdeling van het aandeel mw wind-op-land per provincie, erkent Verhoeff. Toch koos de VNG er twee jaar geleden bewust niet voor om het Energieakkoord alleen op onderdelen te ondertekenen. ‘Wij hebben onze steun aan het geheel van afspraken gegeven. Daardoor zitten wij nu als volwaardig gesprekspartner aan tafel.’
Weerstand beperkt
Dat minister Kamp de steun van de VNG aan het Energieakkoord gebruikt om het gebruik van de rijkscoördinatieregeling te rechtvaardigen, vindt de VNG “niet prettig”, aldus Verhoeff. Overigens wijst zij op een enquête die de VNG vorig onder leden hield. Daaruit blijkt dat de weerstand zich beperkt tot enkele gemeenten. ‘Het gros is neutraal of voorstander, mits de windmolens komen onder eigen voorwaarden en niet van bovenaf door de provincie of het rijk worden opgelegd.’
Terug naar: Nieuws / Milieu & Duurzaamheid